Dubbelportretten

Verdiep je in een ander en krijg een portret van jezelf! Onze verhalenvertellers maken graag persoonlijk kennis met je. Samen een kop koffie leuten, een museumbezoek of een flink eind hardlopen…

Geen toevallige ontmoeting, maar een bewuste match. Bekijk de portretten van de eerste gelukkige matches en ontdek de overeenkomsten en verschillen.
Of geef je zelf op voor een bijzondere ontmoeting.

Gino en Carla Gino en Carla

STRAATFLADDERAARS

Gino en Carla

Een flinke bulderlach. Tatoeages. Onmisbaar en altijd present. Gino is een graag geziene gast op alle Rotterdamse evenementen. Hij schrijft voor diverse media, zowel online als offline waaronder Vers Beton, is runner van de Poetry Circle 010 en zoekt de rafelranden van Spoken Word, theater en Poëzie op. Gino slaat bruggen tussen disciplines, organiseert en vind met zijn dichtkunst de weg naar verschillende podia. Daarnaast kampt hij met een serieuze angst om dingen te missen. Het liefst zou Gino willen dat iedereen tijd had om chronisch te ontdekken en net zoals hij hier en daar in de stad te verdwalen.

Carla is goedlachs en net zoals Gino een bekend gezicht in Rotterdam. De kleine straatkrantverkoopster is het liefst in beweging en altijd onderweg. Wie haar bij wil benen, moet moeite doen en oppassen met oversteken. Vanonder het rode jack van de straatkrant prijken de glimmers en de studs, een paar mooie sneakers of naaldhakken. Op aanraden van de psychiater is Carla gaan schrijven. Als ze nu even geen kranten heeft, draagt ze de Rotterdammers een gedicht voor.

Op een regenachtige dag tijdens stadsfestival Motel Mozaique, kropen Gino en Carla samen in een boedelbak en droegen ze na de buien als duo groot en klein voor uit eigen werk voor het festivalpubliek. Een select gezelschap waaronder wijkagenten en toevallige passanten zagen dat er maskers zijn, de stad een dubbelleven kent en de regen ook hoop biedt.

Tijdens de feestelijke afsluiting van project YWSYLS in Worm droegen Gino en Carla opnieuw samen voor. Onderstaand een gedicht dat Gino schreef naar aanleiding van zijn deelname aan het project.

Gelukzoekers

Ze noemen mij een gelukzoeker
Alsof ik altijd aan het winnen ben
Of dat ik het al jaren geleden kwijt
Ben geraakt.

Dat er soms nog wat in je zakken zit
Als dat er in de hoeken van je ogen
Nog wat slaap verzamelt
Het is niet dat ik ooit ben gaan zoeken
Soms valt het in kleine beetjes door de gaten
Waar het neervalt tussen stoeptegels en zebrapaden

Het spoelt weg, vervliegt in de wind
Wij lopen er allemaal een beetje achteraan
Vallen in het spoor, terwijl wij onderweg de puinhopen bekijken die het achterlaat
Je ziet de stad branden van vermaak terwijl je de resten van de vorige keer opveegt

Zo pas ik stappen af en ruil ik rondes langs tramrails om nog een keer te herkennen wat ik vroeger ook altijd zag
Hebben regenbuien geen vat meer op mij
en is de kou enkel nog maar een excuus
om nog wat harder te lopen

Jij hebt mij ook gezien,
in de tijd dat je op de bus zat te wachten,
na dertig glazen bier of
in een snel voorbijgaan op de fiets,
jij zag mij op mijn breekbaarst op de punten
dat ik voorbij mijn schaamte moest,
toen het er even allemaal niet meer was,
als de zakken leeg zijn en de maan weer vol.

Toch win ik vaker dan ik verlies,
laat ik ook mijn naam achter in het verse beton
en rol ik de parken op om ze te bewonen
als ze groen zijn.
Het is geluk dat ik gelukkig dwalen kan,
het is geluk dat ik gelukkig ken.